Luizen zijn aartslui: ze brengen hun hele levenscyclus door op ‘hun’ kat. Als het ze te druk wordt, kunnen ze wel overstappen op een andere gastheer. Hoe voorkom je dat dit jouw kat is?
Luizen zijn kleine insecten zonder vleugels die hun gehele levenscyclus doorbrengen op de gastheer, bijvoorbeeld jouw kat.
Honden kunnen last krijgen van twee soorten luizen: bijtende en zuigende luizen. Katten kennen alleen bijtende luizen. Deze soort eet huidschilfers en nestelt zich behaaglijk in de vacht van je kat. Een luizenleventje dus. De eitjes, neten, blijven aan de vacht kleven. Na minimaal 5 en maximaal 20 dagen komt de larve uit. Na 3 tot 5 vervellingen is deze luis volwassen en is de cyclus voltooid.
Luizen zijn zeer eenkennig. Dat wil zeggen dat een kat niet besmet kan raken met hondenluizen en andersom. Wel kan een kattenluis besluiten dat het te druk is in ‘zijn’ vacht. Dan kan hij overstappen op een andere kat.
Waaraan kan ik merken of mijn kat luizen heeft?
Als luizen eten, veroorzaken ze beschadigingen van de huid. Ernstige besmetting kan leiden tot intense jeuk. Kittens, maar ook oude en zieke katten hebben het meeste last van luizen.
Door de jeuk gaat je kat krabben, waarmee hij zijn huid verder beschadigt. Dit kan ontstekingen, haaruitval en bacteriële infecties veroorzaken.
Als je vindt dat je kat zich wel erg veel krabt, kun je bij zijn staartbasis een fijne kam door zijn vacht halen. Als je kat luizen heeft, zie je ze zo zitten. Luizen zijn witte beestjes, soms blauwgrijs tot bruin. Ze zijn enkele millimeters groot.
Als je je zorgen maakt over je kat, kun je je dierenarts om advies vragen.
Mijn kat heeft luizen, wat nu?
De beste manier om je kat tegen luizen te beschermen, is om te proberen hem uit de buurt van andere katten te houden. Heeft je kat toch luizen opgelopen? Raadpleeg dan jouw dierenarts.
