Zeven gezondheidsklachten bij oudere honden en hoe je die binnen de perken houdt

Delen

Als honden ouder worden, raken ze wat vergeetachtiger, krijgen ze last van artritis of pijntjes en worden ze minder actief. Toch kunnen oude honden nog meerdere jaren gelukkig en gezond blijven leven. Hier vind je zeven gezondheidsklachten waar oudere honden mee te maken kunnen krijgen en lees je hoe je die kunt verlichten.

Als je hond ouder wordt, krijgt hij andere behoeften. Oudere honden kunnen zwaarder worden, last krijgen van verschillende gezondheidsklachten of vreemde knobbels en bulten op hun lichaam krijgen. Maar ook al moet je misschien scherper letten op gezondheidsklachten, toch kan je hond nog jaren een leuk en actief leven leiden.

Of je hond als ‘oud’ moet worden bestempeld, is afhankelijk van zijn grootte of ras. Kleinere rassen leven gemiddeld langer, sommige zelfs tot ver in hun tienerjaren. Grotere rassen worden meestal acht tot tien jaar oud.

Als je hond op leeftijd komt, kun je alert zijn op de gebruikelijke aanwijzingen voor veroudering en daar geduldig en zorgzaam mee omgaan. Hier vind je zeven gezondheidsklachten die kunnen ontstaan. Ook lees je hoe je je hond met stijl oud laat worden.


1. Gebitsproblemen 

Slechte gebitshygiëne en -aandoeningen kunnen bij je oudere hond schade aanrichten aan de tanden, het tandvlees en andere organen. Overleg met je dierenarts over de beste manieren om bij je oudere hond een goede tandgezondheid in stand te houden, bijvoorbeeld:

  • Met de hand zijn tanden te poetsen
  • Kauwsnoepjes geven of hondenbrokjes die zijn ontwikkeld om het gebit te reinigen
  • Regelmatige gebitsreiniging bij je dierenarts


2. Pijnlijke en stijve gewrichten 

Osteoartritis is een geleidelijke, maar wel progressieve degeneratieve gewrichtsaandoening. Rond de gewrichten kunnen zich ook botuitgroeisels vormen die pijn doen en de mobiliteit van je hond verder beperken.


Aanwijzingen voor osteoartritis zijn onder meer: 

  • Verminderde activiteit
  • Weerstand tegen traplopen
  • Stijfheid en moeite met overeind komen na het slapen
  • Janken of jammeren van pijn
  • Verminderde eetlust
  • Bij gelegenheid agressief (als gevolg van pijn)

Er zijn verschillende manieren om het ongemak te verlichten, waaronder:

  • Voedingssupplementen
  • Fysiotherapie, waaronder hydrotherapie
  • Gewichtsverlies
  • Aanpassingen aan de omgeving: verhogingen voor eet- en drinkbak, gewatteerd kussen, gewrichtsmassage en geestelijke prikkels


3. Nieuwe knobbels en bulten

Oudere honden krijgen vaak vreemde knobbels en bulten op en onder hun huid. Niet alle knobbels en bulten zijn onheilspellend, maar wees alert op veranderingen in grootte, vorm, kleur en samenstelling, alsook roodheid, vochtafscheiding en verettering. Raadpleeg de dierenarts als je iets vreemds ziet.


4. Cognitieve achteruitgang

Cognitief disfunctioneren, oftewel dementie, is een progressieve aandoening die het gedrag van je oudere hond kan veranderen. Tekenen van achteruitgang zijn onder meer:

  • Binnenhuis plassen en poepen
  • Desoriëntatie (zoals vast komen te zitten in een hoek of moeite hebben zijn etensbak te vinden)
  • Toenemende aandachttrekkerij
  • ’s Nachts wakker worden en overdag veel slapen
  • Geen interesse in speeltjes en lichamelijke activiteit
  • IJsberen en geïrriteerdheid
  • Luid blaffen of janken, vaak op ongeschikte tijden
  • Angst, vooral verlatingsangst
  • Verminderde eetlust

Cognitieve achteruitgang is niet te genezen, maar de progressie kan in toom worden gehouden met aanpassingen aan de voeding. Hierover kun je overleggen met je dierenarts. Ook is het belangrijk om:

  • Je hond vaker uit te laten of binnenshuis een ‘toiletruimte’ te bieden
  • Te zorgen voor geestelijke prikkels
  • Een vaste dagelijkse routine te volgen, zodat je hond zich veilig en geborgen voelt
  • Waar mogelijk traplopen te vermijden, vooral als je hond ook last heeft van artritis


5. Problemen met zien 

Veranderingen in de ogen van je oude hond kunnen zijn gezichtsvermogen beïnvloeden. Veelvoorkomende aanwijzingen voor verminderd zicht zijn bijvoorbeeld:

  • Tegen dingen aanlopen
  • Zijn etens- of drinkbak niet kunnen vinden
  • Snel schrikken
  • Troebele ogen

De meeste oudere honden hebben een troebel blauwgrijs waas in hun pupillen die kunnen worden aangezien voor staar. Dit is bij oude honden een normale verandering in de lens van het oog en heeft meestal geen gevolgen voor het gezichtsvermogen.


6. Gehoorverlies 

Het is niet ongebruikelijk dat honden op latere leeftijd last krijgen van gehoorverlies Met de nodige steun kunnen honden met gehoorverlies een rijk en gelukkig leven blijven leiden. Zo help je een hond met gehoorverlies:

  • Houd je hond buitenshuis altijd aan de lijn.
  • Laat je hond weten dat je dichterbij komt (doe bijvoorbeeld het licht aan of tik op de vloer).
  • Gebruik handaanwijzingen als commando en beloon je hond als hij erop reageert.


7. Verminderde activiteit 

Het kan je opvallen dat je hond overdag meer slaapt of dat hij niet meer zo veel rondrent of speelt als voorheen. Toch is het belangrijk dat ook oudere honden actief blijven om zwaarlijvigheid en spieratrofie te voorkomen en om geestelijk geprikkeld te blijven. Zo moedig je je hond aan om in beweging te komen:

  • Weet wat de grenzen van je hond zijn en pas de intensiteit en duur van de activiteit aan zijn gezondheid aan.
  • Zwemmen is een geweldige activiteit voor oude honden vanwege de lage belasting.
  • Honden vinden het heerlijk om hun zintuigen te gebruiken om voedsel te vinden. Wees daarom creatief en verstop een deel van zijn voer als extraatje (bijvoorbeeld onder een kopje of in een voedselspeeltje).

Delen