Zeven gezondheidsklachten bij oudere katten

Katten kunnen behoorlijk oud worden. Dankzij hun nauwe band met mensen, de vorderingen in de diergeneeskunde en speciale voeding leven de meeste katten tot ver in hun tienerjaren. Naarmate katten ouder worden, veranderen hun lichamelijke behoeften en activiteitenniveau echter wel. Ze hebben een groter risico om:

• Overgewicht te krijgen
• Ziek te worden door kanker, osteoartritis, diabetes, nier-, hart- of gebitsziekten
• Cognitief achteruit te gaan, dement te worden, of last te krijgen van verminderd zicht of gehoor
• Vreemde knobbels en bulten te krijgen

Het is daarom belangrijk om je kat eens per half jaar door de dierenarts te laten onderzoeken, om zijn gezondheid in de gaten te houden en te weten waar hij behoefte aan heeft. Ook kun je alert zijn op de volgende zeven gezondheidsproblemen en je dierenarts raadplegen als je je zorgen maakt.

1. Tandbederf 

Het is belangrijk om zijn hele leven de tanden en het tandvlees van je kat in de gaten te houden. Slechte tandhygiëne en gebitsaandoeningen verhogen voor je kat het risico op schade aan andere organen. Overleg met de dierenarts over de beste manieren om het gebit van je kat gezond te houden. Het kan onder meer gaan om:

• Met de hand zijn tanden poetsen
• Kauwsnoepjes geven, of kattenbrokjes die zijn ontwikkeld om het gebit te reinigen
• Regelmatige gebitsreiniging bij de dierenarts

2. Vreemde knobbels en bulten 

Oudere katten krijgen vaak vreemde knobbels en bulten op en onder hun huid. Niet alle knobbels en bulten geven reden tot ongerustheid, maar wees alert op veranderingen in:

• Grootte
• Vorm
• Kleur
• Vastheid
• Roodheid
• Vochtafscheiding
• Verettering

Raadpleeg je dierenarts als je een of meer van deze veranderingen opmerkt.

3. Pijnlijke en stijve gewrichten

Osteoartritis is een geleidelijke, maar wel progressieve degeneratieve gewrichtsaandoening. Rond de gewrichten kunnen zich ook botuitgroeisels vormen die pijn doen en de mobiliteit van je kat verder beperken. De aanwijzingen voor osteoartritis kunnen subtiel zijn, en het zal je misschien niet meteen opvallen dat je kat ongerief ervaart

Aanwijzingen voor osteoartritis bij katten

• Verminderde activiteit en terughoudendheid bij sprongen
• Stijfheid en moeite met overeind komen na het slapen
• Slechts onderhouden vacht door moeite met ‘wassen’
• Verminderde eetlust en gewichtsverlies
• Onjuiste toiletgewoonten (bijvoorbeeld buiten de kattenbak)
• Bij gelegenheid agressief (als gevolg van pijn)

Osteoartritis is niet te genezen, maar wel te beheersen. Raadpleeg je dierenarts als je je zorgen maakt om een of meer van deze symptomen.

4. Dementie

Cognitief disfunctioneren, oftewel dementie, is een progressieve aandoening die het gedrag van een kat verandert. Aanwijzingen voor cognitieve stoornis zijn onder meer:

• Plassen en poepen op ongewone plekken (bijvoorbeeld buiten de kattenbak)
• Desoriëntatie (zoals vast komen te zitten in een hoek of moeite hebben zijn etensbakje te vinden)
• Luid miauwen, vaak op ongeschikte tijden (zoals ‘s nachts)
• Angst, vooral verlatingsangst
• Verminderde voedselinname
• Verminderde zelfverzorging
• Ongewone sociale interactie (bijvoorbeeld minder aanhankelijk)
• IJsberen en geïrriteerdheid

Cognitieve achteruitgang is niet te genezen, maar de ziekte kan op de volgende manieren wel in de hand worden gehouden:

• Overleg met je dierenarts.
• Zorg ervoor dat alles wat je kat echt nodig heeft gemakkelijk te bereiken is en op een vaste plek staat.
• Zet meer bakjes water en kattenbakken in huis neer.
• Zorg voor geestelijke prikkels (bijvoorbeeld snackspeeltjes).
• Houd voor je kat een vaste routine door de dag aan, zodat hij zich veilig en geborgen voelt.
• Help je kat met zijn verzorging, want dat is belangrijk om zijn vacht schoon en klitvrij te houden. Bovendien komt bij verzorging endorfine vrij, waar je kat tevredener en rustiger van wordt.

5. Nierklachten

Nieraandoeningen zijn bij katten niet ongebruikelijk. De oorzaak van de schade aan de nieren kan al of niet bekend zijn. Soms houdt het verminderd functioneren gewoon verband met de ouderdom.

6. Problemen met zien 

Net als bij mensen kunnen bij oudere katten veranderingen in de ogen ontstaan die hun gezichtsvermogen beïnvloeden. Veel voorkomende aanwijzingen voor verminderd zicht zijn bijvoorbeeld:

• Tegen dingen aanlopen
• Zijn etens- of waterbakje niet kunnen vinden
• Snel schrikken
• Troebele ogen

7. Problemen met horen 

Het is niet ongebruikelijk dat katten op latere leeftijd last krijgen van een zekere mate van gehoorverlies. Met de nodige steun kan je kat evengoed een rijk en gelukkig leven blijven leiden:

• Maak een belletje aan de halsband van je kat vast, zodat je kunt horen waar hij is.
• Katten die niet goed horen of doof zijn kun je beter altijd binnen houden, tenzij je hem in een tuigje mee naar buiten neemt.
• Laat je kat weten dat je dichterbij komt (doe bijvoorbeeld het licht aan of tik op de vloer).

Als je je zorgen maakt over de gezondheid van je oudere kat, plan dan een bezoek aan je dierenarts in.